Improvisatie Sessie 1: Greensleeves
Improviseren op Greensleeves
Onze eerste Improvisatie Sessie is een feit! Op 14 Oktober 2017 in Musicon. De workshop begint om 14:00 uur. De sessie zelf om 15:30. De stemming is het ‘normale’ A=440 Hz. Als je niet weet wat dit betekent is je instrument hoogstwaarschijnlijk in deze stemming, maar sommige instrumenten uit de ‘oude muziek’ zijn lager of hoger gestemd, vandaar de waarschuwing.
Hieronder kun je vast een plek reserveren, de melodie leren kennen en een beetje oefenen als je wilt (hoeft niet persé!).
Wie kent deze melancholische melodie niet? Hoewel, misschien hoeft hij niet melancholisch te zijn? Als je zoals John Coltrane de muziek je eigen maakt, komt er misschien wel iets helemaal anders uit:
Wij zijn zeer dankbaar voor de steun van:
Greensleeves in de Klassieke Muziek
In 1580 lezen we voor het eerst over deze melodie, dan nog “a new northern dittye (liedje)” genoemd. De melodie is mogelijkerwijs nog ouder.
Shakespeare noemt de melodie ook in zijn “The Merry Wives of Windsor”. We vinden ook een improvisatieboek uit de 17e eeuw waarin de melodie met een voorbeeld improvisatie staat gedrukt: “The Division Flute” en versies in verschillende luitboeken.
Maar ook later komt de melodie nog aan bod in de klassieke muziek, zoals bij Gustav Holst:
Playlist met meer versies van Greensleeves, een mis op de melodie van greensleeves en een hobokwartet op Greensleeves.
Stap 1: Speel de melodie
De eerste stap is natuurlijk om het lied zelf te spelen. Hier is een vereenvoudigde versie:
Speel of zing hem een paar keer. Zelfs op een piano of gitaar is het goed om eerst te beginnen met alleen de melodie zonder akkoorden of andere noten. Speel de melodie op verschillende manieren. Wat sneller of langzamer, heel legato of heel staccato, heel ‘expressief’ of ‘saai’, wissel af tussen deze speelmanieren, zelfs in het midden van het lied! Door dit te doen maak je vast een eerste stap met flexibiliteit. Je leert dat wat er geschreven staat op verschillende manieren kan worden gespeeld: je improviseert in feite!
Ik ben benieuwd of je de melodie nu nog kunt spelen (zie onder). Probeer het een paar keer!
Het is voor het improviseren handig als je het basismateriaal een beetje uit je hoofd kent. Maar we hebben altijd wel bladmuziek bij de hand liggen.
Is het nog lastig? Probeer dan niet te kijken naar het volledige voorbeeld erboven maar speel met de ‘gatenkaas’ mee met deze track:
De melodie ligt waarschijnlijk bekend in de oren. Kun je ook de melodie spelen als je op een andere noot begint? Door de melodie op verschillende noten te spelen leer je flexibeler te worden! Je leert niet alleen een set noten, maar echt de vorm van de melodie.
Begin bijvoorbeeld de melodie op de noot A. Kun je hem nog steeds spelen? Hieronder zie je hem opgeschreven.
Stap 2: De Basmelodie
In de muziek hierboven zie je ook letters boven de noten staan. Dit zijn de noten voor de akkoorden. Als er een ‘m’ bij staat betekent dat dat het akkoord mineur is. Dat is nu niet belangrijk. Om te weten welke basnoot je daar moet spelen hoef je alleen de noot naam te weten.
Als je ze speelt krijg je ook gratis de bas melodie erbij! Die hoef je niet perse alleen op een bas instrument te spelen! Let op, de basletter geldt voor de hele maat of tot er een nieuwe letter staat. Hier is een voorbeeld van het begin.
Luister of het mooi klinkt bij de begeleiding (je hoort eerst 4 belletjes om het tempo aan te geven). Als je een toetseninstrument of akkoordinstrument speelt kun je proberen om zowel de bas als de melodie te spelen!
De akkoorden beginnen op de tel, dat wil zeggen (zoals je ziet in de muziek hierboven in maat 2). We focussen in principe in de sessie op de versie in D. Probeer ook deze basmelodie eens te spelen zonder te kijken naar de bladmuziek! In de sessie op 14 Oktober zal ook hiervoor bladmuziek aanwezig zijn voor het geval dat.
Hier de begeleiding in a. Voor het leren improviseren is het heel goed om hetzelfde te kunnen improviseren met verschillende beginnoten. Dit heet transponeren. Dit helpt je, omdat het betekent dat je de melodie op je gehoor speelt, op je ‘muzikale gevoel’, en niet alleen de noten uit je hoofd leert of van het blad leest.
Stap 3: Je eerste improvisatie met Greensleeves
De volgende stap is om de eerste noot van elke maat te spelen. Eerst de F, dan de A, etc.
Speel het mee met de opname en je zult horen dat die noot de hele maat mooi klinkt. Speel ook eens een andere noot, bijvoorbeeld een bes of een gis. Klinkt die ook mooi, of niet?
Je kunt ook zoiets doen met de noot op de helft van de maat.
Kun je ze ook andersom spelen? Dus eerst de noot op de helft van de maat en dan de eerste noot?
In maat 3 van de originele melodie, de maat waar een G boven staat, zie je misschien zelfs dat de hele ‘drieklank’ van G wordt gebruikt, de g, b en d! Al die noten kun je in die maat gebruiken. En maat 5, 7 en 11?
Experimenteer met het spelen van de noten in verschillende volgordes met de begeleidingstrack. Probeer goed de maat te houden. Elk belletje vooraf is een kwartnoot met een punt, oftewel een halve maat.
Luister ook eens hoe de luit speelt met de akkoordtonen.
Op een akkoordinstrument kun je kijken of je de akkoorden kunt combineren met de melodie in je rechterhand, of andersom, de basmelodie spelen in de linkerhand en de akkoordbrekingen in de rechterhand.
in d:
in a:
Stap 4: Inspiratie opdoen
Dit is de melodie zoals die in 1706 gedrukt was in het boek “The Division Flute”. Zie je dat de melodie een beetje anders is, maar over het algemeen dezelfde noten gebruikt? Als je het met de begeleiding speelt klinkt het nog steeds goed!
Er zijn ook voorbeelden van improvisaties op Greensleeves. De versie die wij bijzonder vinden staat in datzelfde book “The Division Flute”, een boek om amateurs te helpen met het improviseren. We hebben het voor je in normale notatie opgeschreven:
Greensleeves variaties in G Sleutel
Greensleeves variaties in bassleutel
Je ziet dat de basis van de maten nog steeds die beginnoot en middelste noot van de maat is zoals we in stap 3 geoefend hebben.
We gaan even terug naar stap 3 en proberen daar nu wat verschillende ritmes op te gebruiken. Dit hebben we gedaan bij stap 3, de eerste noot en de noot in het midden van de maat:
Nu kun je in elke maat die zelfde noten blijven gebruiken, maar ze ook vaker spelen, in een bepaald ritme. Het is belangrijk voor jezelf dat ritme te definiëren, zodat je niet de weg kwijt raakt. Zie ook dat ik hetzelfde ritme blijf gebruiken in alle maten, dat geeft de improvisatie meer eenheid.
Op een wilde nacht wordt dat dan misschien:
Laten we nu teruggaan naar de 17e eeuwse voorbeelden van hierboven. Kijk eens naar maat 25. Speel het maar met de begeleiding en luister hoe het samen klinkt. Dit is een voorbeeld om te laten zien wat je ritmisch met de noten van stap 3 kunt doen om zelf te improviseren. Maar je kunt natuurlijk ook maat 25 gebruiken als je startpunt en de noten van maat 25 in een andere volgorde spelen, zolang je per maat maar dezelfde set noten blijft gebruiken. Dus in maat 2 de f en a, maar niet meer in maat 3, want in maat 3 gebruik je de g en c.
Maten 41, 49, 73, 81 en 89 zijn ook mooie voorbeelden!
Gebruik het onderstaande forum om je vragen te stellen (trouwens: als je iets niet begrijpt is het ONZE schuld! 🙂 ), deel je gedachten en laat je commentaar achter over hoe we ons kunnen blijven verbeteren.
- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 7 jaren, 3 maanden geleden door .
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.